Spraak en taal

Elk kind wil dingen kunnen zeggen, kunnen laten zien en laten merken. Maar door een achterstand in de ontwikkeling is dit voor sommige kinderen lastig.

Soms heeft een kind problemen met het doen van spraakbewegingen waardoor de spraakklanken niet goed klinken. Dit noemen we een spraakstoornis. Een kind kan dan gaan slissen of lispelen, vervangt de klank voor een andere klank of slaat de klank helemaal over. Problemen met het doen van spreekbewegingen kunnen een gevolg zijn van problemen met het spraakorgaan (adembeheersing, stembanden, gehemelte, tong en lippen) of het gevolg van een motorische achterstand.

Bij andere kinderen ligt de uitdaging bij het ontwikkelen van de taal. Zij beginnen laat met praten of hebben een ander verloop van de taalontwikkeling dan leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld wanneer een kind pas rond zijn derde begint met praten in korte zinnetjes. Of wanneer een kind begrijpt wat er gezegd wordt, maar moeite heeft te zeggen wat hij of zij wil vertellen.

Revalidatiebehandeling bij spraak- en taalproblemen gebeurt wanneer het onderdeel is van een groter probleem of veroorzaakt wordt door een specifieke aandoening die te maken heeft met meerdere ontwikkelingsgebieden. Basalt biedt geen enkelvoudige spraak-taalbehandeling. De behandeling van uw kind kan bestaan uit individuele behandeling (1 op 1), groepsbehandeling of een COCP-traject (Communicatieve Ontwikkeling van niet-sprekende kinderen of volwassenen en hun Communicatiepartners).