Voor de behandeling van uw kind bij ons revalidatiecentrum, heeft u altijd een verwijzing van uw huisarts, jeugdarts of medisch specialist nodig. Als hij of zij denkt dat revalidatie bij Basalt zinvol is voor uw kind, wordt uw kind naar ons doorverwezen.
Kind & Ouder
Kinderrevalidatie richt zich op kinderen met een tijdelijke of blijvende motorische stoornis. Dit gaat vaak samen met bijvoorbeeld problemen met praten, denken, kijken of horen. Met hulp van onze specialistische behandelteams leren wij een kind zo zelfstandig mogelijk te worden. Voor revalidatie bij Basalt heeft uw kind een verwijzing nodig van de huisarts, jeugdarts of medisch specialist.
Bekijk hier onze video met uitleg over kinderrevalidatie bij Basalt
Wie zijn wij?
Wat doen wij?
Revalidatieproces stap voor stap
Nadat u door de huisarts of specialist in het ziekenhuis naar Basalt bent verwezen, krijgt u een uitnodiging voor een eerste gesprek (wij noemen dit een intake) met de revalidatiearts. Tijdens dit eerste gesprek onderzoekt de revalidatiearts uw kind en worden uw vragen met u doorgenomen. Met deze gegevens beoordeelt de revalidatiearts of uw kind in aanmerking komt voor medisch specialistische revalidatie en welke behandelaars tijdens de observatie en/of behandeling moeten worden ingeschakeld.
Als er wordt gekozen voor medisch specialistische revalidatie dan starten we vaak met een screening en/of observatieperiode om te onderzoeken welke behandeling voor uw kind het beste is. Tijdens deze screening of observatie bespreken onze behandelaars de mogelijkheden en beperkingen van uw kind en de vragen die u heeft. Zij bekijken wat het niveau van zijn of haar ontwikkeling is op het gebied van bewegen, begrip, communicatie en spel. De duur van een screening of observatie verschilt en hangt af van de hulpvraag; soms gaat het om een kort onderzoek, in andere gevallen gaat het om een observatieperiode van enkele weken. Bij elke screening en observatie maken de behandelaars samen een verslag van de resultaten en wat zij er van vinden. Daarna volgt een advies voor behandeling en ondersteuning. Bijvoorbeeld of verdere behandeling mogelijk is, aan welke doelen er gewerkt moet worden en welke behandeling, binnen of buiten Basalt, daarvoor geschikt is. Basalt biedt verschillende screeningen aan: een peuterscreening, DCD screening, NAH screeningen en screeningen op het gebied van eten en drinken, zitten, lopen, communicatie, handvaardigheid, sporten en draagadvies voor ouders. Meer informatie hierover kunt u vragen aan de revalidatiearts.
Aan het einde van de observatieperiode of screening bespreekt de revalidatiearts samen met u het behandel-adviesplan van uw kind. Voor sommige kinderen is een korte behandeling genoeg of alleen een advies aan de ouders. Andere kinderen hebben meer voordelen aan een langere behandeling. Het hangt af van de zorg die uw kind nodig heeft of de behandeling binnen of buiten Basalt is. Vaak wordt behandeling samen met andere betrokkenen gedaan, zoals behandelaren uit de buurt.
Bij behandeling binnen Basalt wordt vaak bekeken of de doelen van uw kind zijn behaald, of dat ze moeten worden bijgesteld. Dit gebeurt tijdens een behandelplanbespreking. We proberen de behandelplanbesprekingen zoveel mogelijk samen met u als ouders te doen, eventueel met uw eigen inbreng vooraf.
Wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling
We doen toegepast wetenschappelijk onderzoek om het revalidatieprogramma te evalueren en te verbeteren. Zodat wat wij doen echt bijdraagt aan de behandeldoelen van de patiënt. We deden o.a. onderzoek naar de kinderrevalidatie op onze locatie Delft. Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Wanneer alle doelen zijn gehaald en er geen nieuwe hulpvragen zijn, eindigt de behandeling van uw kind. Soms blijft uw kind daarna onder controle bij de revalidatiearts, om samen met u te bespreken hoe het gaat. Wanneer er geen nieuwe hulpvragen zijn, wordt het contact afgerond. Als het nodig is kan een nieuwe periode van behandeling worden gestart. Kinderen die geen medisch specialistische revalidatie meer nodig hebben maar wel voordeel hebben bij therapie (bijvoorbeeld fysiotherapie), kunnen verder behandeld worden in de eerste lijn.